Door zeeën van tijd overspoeld, probeerde ik mijn hoofd boven water te houden, door mijzelf bezig te houden met het vangen van mijn wilde ideeën. Met een pen op zak opende ik de jacht op ze, om ze vast te leggen op papier.
Altijd liep ik maar achter mijn ideeën aan, totdat mijn voeten er moe van werden en ik niet meer in staat was om fatsoenlijk een pen vast te houden. Wat men vaak niet beseft, is dat het jagen op ideeën vermoeiend kan zijn. Sommige van mijn ideeën hebben vier poten, met aan iedere voet een sportschoen, waardoor zij extra hard kunnen rennen. Andere ideeën hebben poten als springveren, waarmee zij een eind weg kunnen springen. Wat ik ook probeerde, mijn ideeën wisten altijd weer om op tijd weg te rennen of te springen, waardoor het mij niet lukte om hen op papier te zetten. De wilde ideeën wilden het liefst niet gevangen worden, omdat zij in mijn hoofd iedere vorm aan kunnen nemen die zij willen. Op papier is die mogelijkheid er niet meer, maar worden er wel telkens weer nieuwe ideeën aan toegevoegd, omdat mijn ideeën steeds verder uitgedacht worden. Op papier staan kan voor een idee dus erg gezellig zijn. Zij beseften niet dat zij daarnaast op papier een langer leven waren beschoren, omdat ik hen wel eens wilde vergeten als ik ze niet had opgeschreven. Op papier gezet worden was voor de ideeën tevens een mooie kans om eens een kijkje in de buitenlucht te nemen, in plaats van altijd maar in dat gekke hoofd van mij opgesloten te zitten. Ik probeerde het aan mijn ideeën uit te leggen, maar het mocht niet baten. Zij hadden er veel te veel plezier in om telkens aan mij te ontsnappen en van vorm te veranderen. Door mij te plagen en te treiteren, daagden zij mij steeds maar weer uit om achter hen aan te hollen. De veiligheid die het papier hen bood en hoe leuk het wel niet was buiten mijn hoofd, daar wilden zij niets van weten. En de gezelligheid die het papier hen bood? Ach, dat had ik vast verzonnen, dachten ze.
Op een dag was ik moe van het alsmaar achter mijn ideeën aan rennen. Uitgeput liet ik mij in de slaapkamer op mijn bed vallen. Ik dacht na over de lessen en cursussen die ik tijdens mijn opleiding had gevolgd, waarin ik me bezig hield met het vertellen of schrijven van verhalen en hoe leuk ik dat had gevonden. Terwijl ik dit bedacht, bekroop een idee mij. De ideeën hadden er een spelletje van gemaakt om zo dicht mogelijk bij mij in de buurt te komen zonder dat ik het in de gaten zou krijgen. Als ik hen dan doorhad, probeerden zij zo snel mogelijk te verdwijnen. Vanuit mijn ooghoek, zag ik het idee dichterbij kruipen. Ik wachtte tot het idee zo dicht in de buurt was, dat ik haar adem op mijn gezicht kon voelen. Met hernieuwde energie sprong ik op en gooide de deur van de slaapkamer dicht. Het idee schrok van mijn plotselinge reactie en vroeg zich zichtbaar paniekerig af hoe zij uit mijn kamer weg kon komen. Ik trok langzaam mijn pen tevoorschijn, terwijl ik nog steeds de deur blokkeerde door er voor te staan. Er was voor haar geen uitweg meer, dat wist zij net zo goed als ik. Bij gebrek aan beter, haalde ik vlug mijn agenda onder mijn bed vandaan, waarvan de pagina’s als schrijfpapier konden fungeren om het idee op vast te leggen. Bij iedere stap die ik richting haar zette, scheurde ik pagina’s uit mijn agenda en legde deze op de grond om me heen. Door telkens een stap vooruit te doen, dwong ik haar tegen de muur, waarna zij achter de televisie kroop. Ik omringde de televisie met blaadjes uit mijn agenda en verzekerde me hiermee dat zij niet meer kon ontsnappen. Om haar op papier te krijgen, porde ik haar zachtjes met de pen in haar zij.
‘Het doet heus geen pijn’, zei ik.
Ik stak kalm mijn hand uit, waar zij angstig naar bleef staren. Na enkele minuten stak zij heel voorzichtig haar snoetje naar voren om aan mijn hand te ruiken. Voorzichtig aaide ik haar over haar bolletje, om haar niet weer paniekerig te maken. Zij reageerde eerst wat onwennig, maar begon al gauw te spinnen en te kwispelen. Zij sprong op mijn hand, klom via mijn arm naar mijn schouder, waarna zij mijn oor in kroop naar mijn hersens toe. Toen zij zich daar genesteld had, drukte ik mijn pen op één van de blaadjes.
Inkt vloeide. Het idee om een vereniging voor schrijvers op te richten werd vastgelegd op papier en langzamerhand kwamen er steeds meer ideeën en zelfs plannen bij, maar wanneer zouden deze werkelijkheid worden?
Inmiddels is Schrijversbent meer dan ideeën en plannen op papier, maar is zij zelfs werkelijkheid geworden. Een groep schrijvers zijn bijeengekomen en komen nog steeds bijeen om hun verhalen op papier te zetten. Hun verhalen en gedichten zijn in de toekomst terug te vinden onder het kopje ‘Expositie‘. Ik wens u alvast veel lees- en luisterplezier.
Met vriendelijke groet,
Mick van Leeuwen
Voorzitter Schrijversbent